Canvas

mini-jurken

De canvas mini-jurken of ‘tentjurken’ maken deel uit van de vroegste pret-à-porter collecties die Frans Molenaar in 1967 lanceert, tegelijk met de opening van zijn couturehuis in Amsterdam. Als beginnend couturier met beperkte middelen wil hij op meerdere fronten de aandacht trekken.

Lees meer >


Spraakmakende

tentjurken

Deze mini-jurken of ‘tentjurken’ maken deel uit van de vroegste pret-à-porter collecties die Frans Molenaar in 1967 lanceert, tegelijk met de opening van zijn couturehuis in Amsterdam. Als beginnend couturier met beperkte middelen wil hij op meerdere fronten de aandacht trekken. Gevoel voor publiciteit is zijn tweede natuur.

Molenaar sluit met dit ontwerp aan bij de polsslag van die tijd. Tegen het einde van de roerige jaren zestig zet de jongere generatie de zedige, gezapige kleding van hun ouders bij het vuilnis. Autoriteit is immers ook op andere maatschappelijke terreinen niet langer als vanzelfsprekend. Jongeren dragen frissere, toegankelijkere en meer informele kleding. Ze staan zichzelf meer afwisseling én frivoliteit toe.


De frisse en rebelse minimode van Mary Quant veroorzaakt in Londen een moderevolutie. In Parijs omarmen gerenommeerde modehuizen als Pierre Cardin, Louis Féraud en Nina Ricci deze nieuwe, elegante jeugdmode, terwijl andere modegiganten als Balenciaga en Givenchy liever vasthouden aan hun couturetraditie.

In Nederland zet de jonge Molenaar met zijn tentjurken de trend. Hij verkoopt ze in zijn net geopende pand in de Van Baerlestraat 14 in Amsterdam. Daar worden deze exclusieve ‘boutique’modellen in kleine aantallen in het eigen atelier gemaakt. In de meeste gevallen blijft het bij één exemplaar van elke maat in dezelfde stof, die tegen schappelijke prijzen worden verkocht.


De wijde, katoenen canvasjurken hebben een strenge vlakverdeling met diagonale lijnen in contrasterende kleuren met verder weinig andere ‘opsmuk’ dan een praktische ritssluiting, die vaak onderdeel uitmaakt van de vlakverdeling. Feilloos passend in de heldere ontwerpopvattingen van de nog jonge meester.

Met deze frisse en aantrekkelijk ogende ‘strandcollecties’, mikt Frans Molenaar op een jongere klantenkring. Dat sorteert effect, want hip Amsterdam raakt er niet over uitgepraat en stroomt in groten getale naar zijn salon. Journaliste en omroepster Ageeth Scherphuis was één van die Amsterdamse jonge klanten van destijds: ‘er stond zelfs een rij voor de deur, hier moest je zijn, die jurken vlogen de deur uit.’

Credits

2015 – Expositie

‘Ode aan de Nederlandse Mode’

Foto: Sabrina Bongiovanni

voor Kunstmuseum Den Haag

Courtesey Kunstmuseum Den Haag

1967 - Couture collectie

Voorjaar/Zomer 1967

Tentjurken in oranje-blauwe canvas

en oranje-geeloranje canvas

Foto: Jacques Klok

2015 Expositie

‘Ode aan de Nederlandse Mode’

Kunstmuseum Den Haag

1967 - Couture collectie

Voorjaar/Zomer 1967

Modellen voor de boutique

Van Baerlestraat, Amsterdam

Foto: ANP-Ben Hansen

1967 – Boutique

Van Baerlestraat 14

Frans Molenaar naast logo

ontworpen door Josephine Dam-Holt

Foto: ANP - Jacques Klok Foto: ANP - Jacques Klok

1967 – Frans Molenaar

augustus 1967

Foto: ANP - Jacques Klok

1967 - Couture collectie

Voorjaar/Zomer 1967

Foto: George van Herwaarde

1967 - Strandcollectie

Foto: George van Herwaarde

1972 - Couture collectie

Voorjaar/Zomer 1972

Foto : George van Herwaarde

Canvas

mini-jurken

De canvas mini-jurken of ‘tentjurken’ maken deel uit van de vroegste pret-à-porter collecties die Frans Molenaar in 1967 lanceert, tegelijk met de opening van zijn couturehuis in Amsterdam. Als beginnend couturier met beperkte middelen wil hij op meerdere fronten de aandacht trekken.

Lees meer >


Spraakmakende

tentjurken

Deze mini-jurken of ‘tentjurken’ maken deel uit van de vroegste pret-à-porter collecties die Frans Molenaar in 1967 lanceert, tegelijk met de opening van zijn couturehuis in Amsterdam. Als beginnend couturier met beperkte middelen wil hij op meerdere fronten de aandacht trekken. Gevoel voor publiciteit is zijn tweede natuur.

Molenaar sluit met dit ontwerp aan bij de polsslag van die tijd. Tegen het einde van de roerige jaren zestig zet de jongere generatie de zedige, gezapige kleding van hun ouders bij het vuilnis. Autoriteit is immers ook op andere maatschappelijke terreinen niet langer als vanzelfsprekend. Jongeren dragen frissere, toegankelijkere en meer informele kleding. Ze staan zichzelf meer afwisseling én frivoliteit toe.


De frisse en rebelse minimode van Mary Quant veroorzaakt in Londen een moderevolutie. In Parijs omarmen gerenommeerde modehuizen als Pierre Cardin, Louis Féraud en Nina Ricci deze nieuwe, elegante jeugdmode, terwijl andere modegiganten als Balenciaga en Givenchy liever vasthouden aan hun couturetraditie.

In Nederland zet de jonge Molenaar met zijn tentjurken de trend. Hij verkoopt ze in zijn net geopende pand in de Van Baerlestraat 14 in Amsterdam. Daar worden deze exclusieve ‘boutique’modellen in kleine aantallen in het eigen atelier gemaakt. In de meeste gevallen blijft het bij één exemplaar van elke maat in dezelfde stof, die tegen schappelijke prijzen worden verkocht.


De wijde, katoenen canvasjurken hebben een strenge vlakverdeling met diagonale lijnen in contrasterende kleuren met verder weinig andere ‘opsmuk’ dan een praktische ritssluiting, die vaak onderdeel uitmaakt van de vlakverdeling. Feilloos passend in de heldere ontwerpopvattingen van de nog jonge meester.

Met deze frisse en aantrekkelijk ogende ‘strandcollecties’, mikt Frans Molenaar op een jongere klantenkring. Dat sorteert effect, want hip Amsterdam raakt er niet over uitgepraat en stroomt in groten getale naar zijn salon. Journaliste en omroepster Ageeth Scherphuis was één van die Amsterdamse jonge klanten van destijds: ‘er stond zelfs een rij voor de deur, hier moest je zijn, die jurken vlogen de deur uit.’

Credits

2015 – Expositie

‘Ode aan de Nederlandse Mode’

Foto: Sabrina Bongiovanni

voor Kunstmuseum Den Haag

Courtesey Kunstmuseum Den Haag

1967 - Couture collectie

Voorjaar/Zomer 1967

Tentjurken in oranje-blauwe canvas

en oranje-geeloranje canvas

Foto: Jacques Klok

2015 Expositie

‘Ode aan de Nederlandse Mode’

Kunstmuseum Den Haag

1967 - Couture collectie

Voorjaar/Zomer 1967

Modellen voor de boutique

Van Baerlestraat, Amsterdam

Foto: ANP-Ben Hansen

1967 – Boutique

Van Baerlestraat 14

Frans Molenaar naast logo

ontworpen door Josephine Dam-Holt

Foto: ANP - Jacques Klok Foto: ANP - Jacques Klok

1967 – Frans Molenaar

augustus 1967

Foto: ANP - Jacques Klok

1967 - Couture collectie

Voorjaar/Zomer 1967

Foto: George van Herwaarde

1967 - Strandcollectie

Foto: George van Herwaarde

1972 - Couture collectie

Voorjaar/Zomer 1972

Foto : George van Herwaarde

Canvas

mini-jurken

De canvas mini-jurken of ‘tentjurken’ maken deel uit van de vroegste pret-à-porter collecties die Frans Molenaar in 1967 lanceert, tegelijk met de opening van zijn couturehuis in Amsterdam. Als beginnend couturier met beperkte middelen wil hij op meerdere fronten de aandacht trekken.

Lees meer >


Spraakmakende

tentjurken

Deze mini-jurken of ‘tentjurken’ maken deel uit van de vroegste pret-à-porter collecties die Frans Molenaar in 1967 lanceert, tegelijk met de opening van zijn couturehuis in Amsterdam. Als beginnend couturier met beperkte middelen wil hij op meerdere fronten de aandacht trekken. Gevoel voor publiciteit is zijn tweede natuur.

Molenaar sluit met dit ontwerp aan bij de polsslag van die tijd. Tegen het einde van de roerige jaren zestig zet de jongere generatie de zedige, gezapige kleding van hun ouders bij het vuilnis. Autoriteit is immers ook op andere maatschappelijke terreinen niet langer als vanzelfsprekend. Jongeren dragen frissere, toegankelijkere en meer informele kleding. Ze staan zichzelf meer afwisseling én frivoliteit toe.


De frisse en rebelse minimode van Mary Quant veroorzaakt in Londen een moderevolutie. In Parijs omarmen gerenommeerde modehuizen als Pierre Cardin, Louis Féraud en Nina Ricci deze nieuwe, elegante jeugdmode, terwijl andere modegiganten als Balenciaga en Givenchy liever vasthouden aan hun couturetraditie.

In Nederland zet de jonge Molenaar met zijn tentjurken de trend. Hij verkoopt ze in zijn net geopende pand in de Van Baerlestraat 14 in Amsterdam. Daar worden deze exclusieve ‘boutique’modellen in kleine aantallen in het eigen atelier gemaakt. In de meeste gevallen blijft het bij één exemplaar van elke maat in dezelfde stof, die tegen schappelijke prijzen worden verkocht.


De wijde, katoenen canvasjurken hebben een strenge vlakverdeling met diagonale lijnen in contrasterende kleuren met verder weinig andere ‘opsmuk’ dan een praktische ritssluiting, die vaak onderdeel uitmaakt van de vlakverdeling. Feilloos passend in de heldere ontwerpopvattingen van de nog jonge meester.

Met deze frisse en aantrekkelijk ogende ‘strandcollecties’, mikt Frans Molenaar op een jongere klantenkring. Dat sorteert effect, want hip Amsterdam raakt er niet over uitgepraat en stroomt in groten getale naar zijn salon. Journaliste en omroepster Ageeth Scherphuis was één van die Amsterdamse jonge klanten van destijds: ‘er stond zelfs een rij voor de deur, hier moest je zijn, die jurken vlogen de deur uit.’

Credits

2015 – Expositie

‘Ode aan de Nederlandse Mode’

Foto: Sabrina Bongiovanni

voor Kunstmuseum Den Haag

Courtesey Kunstmuseum Den Haag

1967 - Couture collectie

Voorjaar/Zomer 1967

Tentjurken in oranje-blauwe canvas

en oranje-geeloranje canvas

Foto: Jacques Klok

2015 Expositie

‘Ode aan de Nederlandse Mode’

Kunstmuseum Den Haag

1967 - Couture collectie

Voorjaar/Zomer 1967

Modellen voor de boutique

Van Baerlestraat, Amsterdam

Foto: ANP-Ben Hansen

1967 – Boutique

Van Baerlestraat 14

Frans Molenaar naast logo

ontworpen door Josephine Dam-Holt

Foto: ANP - Jacques Klok Foto: ANP - Jacques Klok

1967 – Frans Molenaar

augustus 1967

Foto: ANP - Jacques Klok

1967 - Couture collectie

Voorjaar/Zomer 1967

Foto: George van Herwaarde

1967 - Strandcollectie

Foto: George van Herwaarde

1972 - Couture collectie

Voorjaar/Zomer 1972

Foto : George van Herwaarde